Resistente rassen zijn de beste manier om aardappelcystenaaltjes te bestrijden. Deze rassen worden wel aangeprikt door de aaltjes, maar er worden - in tegenstelling tot vatbare rassen - weinig tot geen nieuwe cysten gevormd. Dit vormt een serieuze rem op de vermenigvuldiging, aangezien er per cyste gemiddeld 200 nieuwe eieren en larven worden gevormd die in een volgende aardappelteelt voor aantasting (aanprikken) kunnen zorgen. Een aardappelplant heeft last van dit aanprikken. Bij een grote aaltjesbesmetting kan het daarom nodig zijn zelfs resistente rassen te combineren met nematiciden.   

Dit artikel is alleen zichtbaar voor leden PCA. Gelieve in te loggen met uw gebruikersnaam (= e-mailadres) en paswoord.

Wachtwoord vergeten? Gebruik dan de knop "Wachtwoord opnieuw instellen" bij het aanmeldscherm.

Nog geen lid van het PCA? Klik hier.

Respecteer steeds de principes van IPM (geïntegreerde gewasbescherming)!

IPM in de akkerbouw (demonstratieproject met de steun van de het Departement Landbouw en Visserij)