Naar aanloop van de nieuwe erosiewetgeving in 2014 en bij de start ervan werden diverse demomomenten en machinedemonstraties gehouden verspreid over Vlaanderen. Daar hebben we heel wat diverse drempelmachines de revue zien passeren. De gekende machineconstructeurs hebben elk hun eigen systeem ontwikkeld. Daarnaast ontwikkelden loonwerkers en landbouwers zelf systemen die in staat zijn dammetjes te maken tussen de aardappelruggen.
Blijvende aandachtspunten
Drempelopbouw gebeurt bij voorkeur in één werkgang tijdens het planten, maar de machine moet praktisch blijven. Een extra opbouw voor drempelvorming moet beperkt zijn in ruimte en in gewicht. Een aparte bewerking in een tweede werkgang is mogelijk, maar kost meer tijd en energie. Woeltanden zorgen vaak voor meer losse grond wat de vorming van de dammetjes bevorderd.
Groot aanbod machines
Ondertussen zijn we al verschillende jaren vertrouwd geraakt met het maken van drempeltjes. In regio's met de meeste erosiegevoelige percelen (rood en paars) zijn er geen problemen meer wat betreft het aanbod van drempelmachines.
De gekende firma’s van de aardappelplantmachines (AVR, Grimme, Miedema - Dewulf) hebben elk hun eigen drempelmakers ontwikkeld die meteen geleverd kunnen worden met nieuwe plantmachines of die kunnen opgebouwd worden op bestaande pootmachines. Maar ook heel wat telers en loonwerkers zijn op eigen houtje aan het werk gegaan om op hun plantmachines drempelmakers te construeren.
De voorbije 4 jaar werden in kader van twee demonstratieprojecten heel wat infomomenten georganiseerd op verschillende locaties in Vlaanderen. Hieronder vindt u een overzicht van de drempelmachines die de afgelopen jaren aan bod kwamen. Daarnaast ondergingen de hieronder afgebeelde machines vaak nog (kleine of grote) aanpassingen om tot een optimale aanleg van de drempeltjes te komen.
De drempelmachines kunnen grofweg ingedeeld worden in hydraulische/pneumatische systemen en mechanische systemen.
Voorbeelden van hydraulische en pneumatische systemen
Bij de hydraulische en pneumatische systemen worden metalen of kunststoffen schoepen in beweging gezet door middel van respectievelijk vloeistofdruk of luchtdruk. Deze schoepjes schrapen eerst grond bij elkaar waarna de schoepen op regelmatige basis worden opgetild en zo een hoopje grond tussen de ruggen achterlaten. De frequentie van de op- en neerbeweging van de schopjes is meestal instelbaar zodat de afstand van de drempeltjes, afhankelijk van de grondsoort en helling, kan aangepast worden. Gemiddeld wordt een afstand van 60 à 80 cm aangehouden bij een snelheid van 7 à 8 km per uur.
Loonwerken Dambre (Voormezele) - Erosion-Stop van Miedema
Loonwerken De Cock (Welden) - drempelmakers van AVR
Loonwerken Everaert (Leefdaal) - eigen hydraulisch systeem
Loonwerken Gheenens (Maarkedal) - eigen hydraulisch systeem
Loonwerken Jona-Agri (Wijtschate) - eigen hydraulisch systeem
Loonwerken Vanderheeren (Kemmel) - eigen hydraulisch systeem
Loonwerken Verkest (Brakel) - eigen pneumatisch systeem
Loonbedrijf Serry Agri (Kruishoutem) - eigen pneumatisch systeem
Loonwerken Delezie (Anzegem) - eigen hydraulisch systeem
Loonwerken Delanotte (Westouter) - Drempelmakers van Demaconstruct (Ieper)
Voorbeelden van mechanische systemen
Bij mechanische systemen wordt er gewerkt met schoepen op een rad dat meeloopt achter de planter. De schoepen slaan putjes in de grond waardoor er tussen de ruggen oneffenheden ontstaan die de afstroming remmen.
Lieven De Wilde (Kruishoutem) - Systeem Grimme - mini-dyckers
Loonwerken Willemyns (Komen-Waasten) - eigen mechanisch systeem
Loonwerker Joël Van Crombrugghe (Vollezele) - aangepaste mini-dyckers van Grimme