Probleemonkruiden
In de aardappelteelt zijn de belangrijkste probleemonkruiden melganzenvoet, zwarte nachtschade, varkensgras, perzikkruid, zwaluwtong, kleefkruid, bingelkruid en sporadisch duivenkervel. Bij aanwezigheid van melganzenvoet zijn Challenge, Stallion of Stomp Aqua aangewezen. Bij perzikkruid hebben Stallion en Stomp Aqua een goede werking, maar ook Artist, Centium, Challenge, Lingo en Metric scoren vrij goed op dit onkruid. In na-opkomst en op jong perzikkruid scoort ook Sencor goed. Voor zwarte nachtschade scoort Butisan het best. In naopkomst valt dit onkruid niet meer te bestrijden. Voor zwaluwtong kan de combinatie van Centium met Challenge ingezet worden. Varkensgras wordt best bestreden met de actieve stof clomazone (Centium, Lingo, Metric en Stallion) ofwel met Stomp Aqua. Voor hanenpoot zijn vooral Butisan, Artist en Stallion op hun plaats, of Titus in na-opkomst.Op steeds meer percelen wordt doornappel vastgesteld. Deze (giftige) plant behoort tot dezelfde familie van de aardappel en dus in principe minder evident om te bestrijden. Uit eigen onderzoek blijkt dat Artist en Sencor een behoorlijke werking hebben, proeven in Noord-Frankrijk tonen aan dat Centium ook een mogelijkheid is. Een alternatief is de planten manueel verwijderen (gebruik hierbij handschoenen!).
Middelenkeuze
Om tot een goed resultaat te komen dient men de middelen te kiezen in functie van de verwachte onkruiden. Hiervoor kan men de gevoeligheidstabel gebruiken. Als basisbehandeling kan men kiezen uit 3 middelen: Centium, Artist of Defi. Naargelang de probleemonkruiden op het perceel, kan men aanvullen met Challenge,Stomp Aqua, Sencor of Linuron. Hieronder kunt u enkele frequent gebruikte schema's downloaden.
Frequent gebruikte schema's
Tabel Gevoeligheid onkruiden in aardappelen en toepassingstijdstip
Tijdstip van behandelen
Het beste resultaat wordt in principe bekomen door kort vóór de opkomst op goed bezakte ruggen te behandelen. In de praktijk zal echter een compromis gezocht moeten zoeken tussen voldoende bezakte ruggen enerzijds en gunstige weersomstandigheden (windstil weer, neerslag) anderzijds. De voorbije seizoen hebben ons geleerd dat de ideale momenten vaak schaars zijn.
Bijna alle middelen hebben een voldoende lange nawerking en meestal zien we na een regenbui de onkruiden opnieuw verdwijnen, zeker na gebruik van Centium of Challenge. Van zodra de weersomstandigheden na het planten gunstig zijn (windstil weer) en de bodem ook nog vochtig is of er regen voorspeld is, wordt een behandeling best niet uitgesteld.
Houdt er rekening mee dat sommige producten remming of verkleuring kunnen geven als ze te kort voor opkomst toegepast worden (zie foto). Enkel Artist, Defi en Sencor kunnen veilig tot bij opkomst ingezet worden. Middelen als Butisan, Centium, Challenge, Lingo en Stomp Aqua dienen minimaal 5 dagen voor opkomst toegepast te worden om remming en/of verkleuring te vermijden. Respecteer zeker deze termijn als je meerdere middelen combineert, zo niet kan de gewasremming vrij uitgesproken zijn.
Bovenstaande onkruiden
Indien bij de toepassing voor opkomst al onkruiden bovenstaan, kan ervoor geopteerd worden om deze kleine onkruiden af te branden door een contactmiddel toe te voegen. Met name producten op basis van diquat en pyraflufen-ethyl zijn hiervoor erkend, naast hun gekend gebruik als loofdoder. Let wel, ook de bovenstaande aardappelen worden bij deze toepassing afgebrand, maar komen nadien wel terug boven. Bij diquat geldt een beperking dat maximum 1 kg diquat per 12 maanden mag ingezet worden. Concreet betekent dit dat per seizoen maximum 5 l product kan toegepast worden (= som van onkruidbestrijding én loofdoding).
Mogelijkheden in na-opkomst
In België zijn op basis van de erkenning 3 producten toegelaten in na opkomst: Titus, Sencor (of ook Metritex, Metrizin en Mistral) en Centium. Voor Centium betreft het een uitbreiding van de vooropkomst erkenning: toepassing mag tot de aardappelen 10 cm hoog zijn. In de praktijk echter resulteert Centium echter bij te late vooropkomst toepassing en in na-opkomst in verkleuring van het aardappelgewas. Titus en Sencor blijven dan ook de enige middelen die probleemloos kunnen ingezet worden eenmaal de aardappelen boven staan. Om voldoende resultaat te boeken, moeten ze zo vroeg mogelijk gespoten worden op kleine onkruiden.
Titus in na-opkomst heeft een eerder beperkt spectrum: het werkt niet op zwarte nachtschade of varkensgras en heel matig op bingelkruid en melganzenvoet. Er is wel een goede werking op muur, koolzaad, kamille en herderstasje.
Een mengeling van Sencor + Titus en uitvloeier zal matig reageren op bingelkruid, melganzenvoet en hondspeterselie en werkt niet op zwarte nachtschade. Zeker voor Sencor is het belangrijk om op jonge onkruiden te spuiten.
Wind
Spuiten bij winderig weer maakt dat de rug aan een kant minder bedekt is met herbiciden en zorgt ook voor drift, wat tot schade kan leiden in andere nabijgelegen teelten. Deze directe
drift kan sterk beperkt worden door te spuiten bij windstil weer en met aangepaste doppen (grove druppel – antidriftdoppen, venturi- of regendop). Indirecte drift, door het vrijkomen van dampen van de herbiciden, is echter veel moeilijker te beheersen. Vooral bij Challenge
moet men oppassen voor (in)directe buurschade.
Rasgevoeligheid voor metribuzin
Let bij het gebruik van de actieve stof metribuzin ook op de rasgevoeligheid: naast Sencor, betreft dit ook de middelen Artist en Metric! Van de rassen Frieslander, Innovator en Marlen is bekend dat ze zéér gevoelig zijn. Dit geldt ook voor meer recente rassen zoals VR808 en Excellency. Bij de nieuwe rassen Compass, Navigator, Performer en Rumba kan metribuzin dan wel weer zonder gevaar ingezet worden in vooropkomst.
Bij een beperkt aantal rassen kan Sencor in vooropkomst zonder problemen gebruikt worden, maar kan er soms in na-opkomst remming gezien worden (bij ongunstige omstandigheden). Voorbeelden hiervan zijn Agria, Avalanche, Jelly, Nicola en Lady Rosetta. Informeer bij nieuwe rassen of het ras al dan niet gevoelig is.
Grassen
Grassen kunnen na opkomst bestreden worden in het 3-6 bladstadium met de typische graminiciden. De grassenmiddelen met erkenning in aardappelen zijn: Agil, Aramo, Centurion, Focus Plus, Select Prim, Tanagra, Targa Prestige en Targa Megamax. Opgepast, in tegenstelling tot de andere herbiciden in de aardappelteelt hebben de grassenmiddelen een wachttijd, die naargelang het product varieert van 28 tot 60 dagen.
Nieuwigheden voor 2014
Voor dit voorjaar is er één nieuw product op de markt, met name Stallion Sync Tec, die 2 gekende actieve stoffen bevat, met name clomazone (Centium) en pendimethalin (Stomp Aqua). De erkende dosis is 3 l/ha, wat overeenkomt met 0,25 l Centium + 2,2 l Stomp Aqua. Van de actieve stof pendimethalin mag maximaal 2 kg/ha per 12 maanden toegepast worden.
Voorts is er ook een nieuwe formulering van Sencor op de markt, met name de vloeibare SC formulering. Deze bevat iets minder actieve stof (600 g/l) dan de gekende granulaat formulering (70%). De WG-formulering mag nog toegepast worden tot 30 maart 2015, wat in de praktijk betekent dat de voorraden dit seizoen moeten opgebruikt worden.
Tot slot zijn er nog de (spuitvrije) bufferzones: deze zijn niet nieuw, maar er zal strikter toegezien worden op het respecteren ervan. Diverse herbiciden hebben een bufferzone van 20 m bij klassieke spuittechniek. Dit betekent dat voor deze middelen doppen met 90% driftreductie nodig zijn om de bufferzone te kunnen reduceren tot 1 m. Houdt er rekening mee dat bij gebruik van deze doppen grotere spuitvolumes nodig zijn voor een goede toepassing. De bufferzone is ook gebonden aan het handelsproduct, wat als gevolg heeft dat voor producten met eenzelfde samenstelling (actieve stof en concentratie) een verschillende bufferzone kan van toepassing zijn.