In 2017 lagen op diverse locaties in Vlaanderen proeven aan met late friet- en chipsrassen. Van de locaties Zonnebeke en Waterland-Oudeman werden knollen in bewaring gestoken onder een constante temperatuur van 8°C (met CIPC).
Voor het eerst werden in 2017 ook proeven met rassen geschikt voor thuisverkoop (vastkokend en bloemig) aangelegd. Knollen uit de proeven in Langemark en Kruishoutem worden momenteel eveneens bewaard (8°C; met CIPC).
De kwaliteit van al deze rassen worden op regelmatige basis opgevolgd. Ondertussen werd tweede helft mei al voor de vijfde keer de frietkleur bepaald.
Frietrassen
Tussen eind maart en half mei was de frietkleur weinig veranderd. De gemiddelde score over de 9 frietrassen en twee proefplaatsen heen bleef nog steeds zeer goed (index 2,1). De frietkleur van de knollen afkomstig uit Waterland-Oudeman (W.O.) blijft iets minder goed dan deze afkomstig uit Zonnebeke.
Bricata, Explorer en Donata zijn de drie rassen die half mei nog steeds onder een frietindex van 2,0 blijven en dus uitstekend blijven bakken en dit zowel bij Zonnebeke als Waterland-Oudeman. Ook Fontane en Fritelle kunnen steeds een heel goede frietkwaliteit behouden. Leonata en Miss Malina kenden lichte schommelingen tijdens de bewaring maar met op beide locaties steeds een bakindex tussen 2,0 en 3,0 of dus goed tot zeer goed. De twee hekkensluiters op beide locaties blijven al de hele tijd Bintje en Divaa die meestal net boven een index van 3,0 uitkomen (= aanvaardbaar).
Chipsrassen
Er zijn geen verschillen aanwezig tussen de chipsrassen als de aardappelen gebakken worden als frieten.
Rassen voor thuisverkoop
In de twee proeven met rassen voor thuisverkoop waren 4 bloemige en 5 vastkokende variëteiten opgenomen. De bloemige rassen worden regelmatig gebakken als frieten. Doorheen de bewaring is de bakindex nauwelijks veranderd. Er is ook geen verschil tussen de twee locaties. Ramos en Victoria blijven duidelijk de beste frietkleur halen. Daarna volgt nog steeds Bintje die ook een zeer goed bakkleur blijft behouden. Melody haalde een matige bakkleur.
Van alle rassen (vastkokend en bloemig) werd bij oogst, begin januari, half februari en half mei ook de kookkwaliteit bepaald waaronder smaak en uitzicht. De evolutie van deze parameters kent een grilliger patroon in de tijd dan de frietkleur. De kookkwaliteit wordt echter niet in herhalingen bepaald.
Vooral Annabelle scoorde tot en met de kooktest half mei steeds (zeer) goed. Ook Artemis en Charlotte lieten tijdens de meeste analyses een (zeer) goede smaak na koken optekenen. Ramos en Nicola behaalden steeds een goede kookkwaliteit behalve half mei waren ze weggezakt tot een onvoldoende. De smaak na koken van Bintje en Lieke schommelde de hele tijd tussen net voldoende en goed. Victoria scoorde bij oogst nog (zeer) goed om daarna een kwaliteit te halen tussen net voldoende en goed. De score van Melody viel het hele bewaarseizoen tegen.