X
GO
nl-BEfr-FR
Opvolging praktijkpercelen late rassen

Opvolging praktijkpercelen late rassen

groeiseizoen 2023

mercredi 12 juillet 2023

Tijdens het huidige groeiseizoen volgen we 35 praktijkpercelen op met de late rassen Fontane, Challenger en Bintje. Door de samenwerking tussen PCA, Inagro, BDB, PIBO Campus en de Vlaamse Overheid liggen de bemonsterde percelen verspreid over het Vlaamse grondgebied. 
De eerste proefrooiing in Fontane start eind juli. Vervolgens nemen we tweewekelijks stalen op diezelfde praktijkpercelen. Op de percelen met Challenger voeren we een eerste staalname uit eind augustus. Bij Bintje bepalen we alleen de eindopbrengst.
De Vlaamse resultaten zetten we elke keer samen met Waalse cijfers (dankzij Fiwap en Carah) om tot een Belgisch gemiddelde te komen. 

 

Plantdatum

De gemiddelde plantdatum van de opgevolgde percelen ligt op 15 mei. Dit is ruim 3 weken later dan het meerjarig gemiddelde. 
Slechts drie percelen werden tweede helft april geplant. De rest werd verspreid geplant tijdens de maand mei met het laatste veld op 1 juni. 
Er is duidelijk een trend aanwezig qua plantdatum die opschuift van oost naar west. Ten oosten van Brussel is de gemiddelde plantdatum 7 mei. In Oost-Vlaanderen ligt het tijdstip al een week later op 14 mei. In West-Vlaanderen konden telers pas nog een week later volop planten met een gemiddelde plantdatum van 20 mei. 

 

Potermaten

Bij het ras Fontane wordt op meer dan de helft van de opgevolgde percelen de grotere potermaat 35/50 mm (en 40/50 mm) gebruikt. De maat 28/35mm werd geplant op 1/3de van de velden. De grootste potermaat +50 mm (gesneden) wordt vooral gebruikt in de zwaardere poldergrond. 
Ook de voorbije jaren werd de maat 35/50mm geplant op ruim de helft van de percelen.


Zowel bij Bintje als bij Challenger zien we dit jaar een even groot gebruik van de grote als de kleinere potermaat. De voorbije jaren lag het aandeel 28/35 mm bij Challenger wel hoger. 

 

Plantafstanden

Alle percelen werden geplant met een afstand van 75 cm tussen de rijen. De afstand in de rij hangt natuurlijk af van het ras en de potermaat. Dit heeft te maken met het aantal stengels en het aantal knollen per struik die we kunnen verwachten en dus een raseigenschap is. 
Maar daarnaast zien we ook heel wat variatie tussen de bedrijven onderling. In onderstaande tabel zijn de adviezen van de drie rassen en de twee voornaamste potermaten af te lezen.

 

Stengelaantal

Bij de kleinere potermaat 28/35mm tellen we bij het 10-jarig gemiddelde net geen 3 stengels per struik. Bij Bintje ligt het gemiddelde eerder op 4 stengels en bij Challenger daar tussen in (3,7). 
Dezelfde trend zien we bij de grotere maten (35/45 mm; 35/50 mm) met een viertal stengels bij Fontane. Bij Challenger en Bintje ligt dit aantal op ruim 5 stengels. Op vlak van aantal stengels per plant leunt Challenger dichter aan bij Bintje. 
Dit jaar zien we bij alle rassen en de verschillende potermaten een trend in een lager stengelaantal in vergelijking met het tienjarig gemiddelde. Enkel bij de grotere potermaat van Bintje ligt het gemiddelde dit jaar toch iets hoger maar dit cijfer wordt omhoog getrokken door één perceel met een hoog aantal stengels per plant. 

 

 

 

De opvolging van praktijkpercelen Fontane, Challenger en Bintje gebeurt in het kader van het programma Landbouwcentrum Aardappelen gefinancierd door de Vlaamse Overheid.

Print