X
GO
nl-BEfr-FR
Lijst met artikels
Gefractioneerd bemesten loont

Gefractioneerd bemesten loont

woensdag 9 februari 2022

In 2022 worden de werkzame stikstof (N) bemestingsnormen in gebiedstype 2 en 3 verder aangescherpt (tabel 1). Daarnaast blijft het nitraatresidu, gemeten tussen 1 oktober en 15 november, de belangrijkste indicator om na te gaan of de bemesting oordeelkundig uitgevoerd werd (tabel 2).  

De teelt van aardappelen wordt echter gekenmerkt door een relatief hoge N behoefte en een eerder beperkte N opname, met (te) hoge nitraatresiduen tot gevolg. De geldende regels in het kader van het 6de mest actie plan stellen de aardappelteler dus voor een aantal uitdagingen.

Daarom legde het PCA in het kader van het demonstratieproject ‘Aardappelen telen binnen de restricties van MAP 6’ in 2021 een proef aan om de mogelijkheden van het fractioneren van de bemesting in aardappelen na te gaan.

Tabel 1 – Werkzame N bemestingsnormen voor aardappelen geldig in 2022 (Bron: VLM – Normen en richtwaarden 2022)

Gebiedstype 0 en 1

Gebiedstype 2 (-10 %)

Gebiedstype 3 (-20 %)

Zand

Niet-zand

Zand

Niet-zand

Zand

Niet-zand

190

210

171

189

152

168

 

Tabel 2 – Nitraatresidu drempelwaarden waaraan de gemeten nitraatresiduen in aardappelen afgetoetst worden (Bron: VLM – Nitraatresidu)

 

Gebiedstype 0 en 1

Gebiedstype 2 en 3

1ste drempelwaarde

90

85

2de drempelwaarde

165

155

 

Proefopzet

Hiertoe werd een proef aangelegd op een perceel met een zandleem textuur, een eerder hoge pH-KCl van 7.1 en een matig tot laag organisch koolstof gehalte van 0.93 %. Voor dit perceel bedroeg het N bemestingsadvies voor late aardappelen, Fontane, 170 kg N/ha (135 kg N/ha bij planten en 35 kg N/ha vanaf knolaanleg).

In de proef werden vijf objecten aangelegd (tabel 3). Het eerste object werd bemest bij planten met een lage N dosis van 30 kg N/ha. Het tweede object werd bemest bij planten met 135 kg N/ha. Deze 135 kg N/ha is 79 % van het N bemestingsadvies en komt overeen met de geadviseerde eerste bemestingsfractie bij planten. Het derde object werd breedwerpig bemest in twee fracties. Bij planten werd er bemest met 135 kg N/ha, vervolgens werd bij knolaanleg een tweede bemestingsfractie toegediend van 35 kg N/ha. Deze tweede fractie werd pas toegediend nadat een bijbemestingsadvies ingewonnen werd. Het vierde object werd bemest met het volledige N bemestingsadvies, ie. 170 kg N/ha, bij planten. Het vijfde object werd bemest volgens de oorspronkelijk N bemestingsnorm (die nog steeds geldt voor niet-zand percelen in gebiedstype 0 en 1) voor aardappelen van 210 kg N/ha bij planten.

Alle N bemesting werd breedwerpig uitgevoerd met kalkammonsalpeter (KAS, 27 %). Voorts werden alle objecten identiek bemest met 280 kg K2O/ha.

Door het aanleggen van deze proefobjecten kon er nagegaan worden wat het effect is van de N bemestingsdosis en het fractioneren van de bemesting op de opbrengst en kwaliteit van late aardappelen enerzijds en op het nitraatresidu anderzijds.

Tabel 3 – Overzicht van de proefbehandelingen (bemestingsdosis, tijdstip van toepassing en type meststof)

Object

Behandeling

(kg N/ha)

Totale N bemesting

(kg N/ha)

Tijdstip van toepassing

Type

meststof

1

30

30

A

KAS

2

135

135

A

KAS

3

135+35

170

A

KAS

 

 

 

B

KAS

4

170

170

A

KAS

5

210

210

A

KAS

 

 

 

A = breedwerpig, bij planten

 

 

 

B = breedwerpig, bij knolaanleg

Teeltseizoen ‘21

Het fontane pootgoed (28-35 mm) werd geplant op 5 mei en werd onmiddellijk geconfronteerd met een natte en koude eerste groeimaand (figuur 1). Hierdoor was de opkomst enigszins vertraagd. Vervolgens was de maand juni eerder droog en warm, en werden de zomermaanden juli en augustus gekenmerkt door groeizame omstandigheden met veel regen en matige temperaturen. Het groeiseizoen eindigde met eerder droge september maand.

Figuur 1 - Weersverloop doorheen het teeltseizoen 2021

Bijbemesting

Op 16 juni, wanneer het aardappelloof een diameter van 10-15 cm bereikt had en het gewas stilaan overging naar de fase van knolaanleg (figuur 2), werd in alle proefobjecten een staal voor bijbemestingsadvies genomen. Dit staal werd halfweg de ruggen genomen in de bodemlaag 0 tot 60 cm.

Figuur 2 - Het gewas op 16 juni '21

De gemeten minerale N voorraden waren eerder hoog (210-510 kg N/ha) en verschilden duidelijk tussen de proefobjecten (figuur 3). Hoe hoger de toegepaste basisbemesting, hoe hoger de minerale N voorraad. Ook binnen een proefobject vertoonden de minerale N voorraden een vrij grote variatie, zoals weergegeven door de foutbalken (Standaard deviatie: 57-71 kg N/ha).

Figuur 3 - Minerale N  voorraden in de bodem op 16 juni '21

Voor late aardappelen wordt de N behoefte vanaf knolaanleg geraamd op 250 tot 270 kg N/ha. De objecten bemest met 170 en 210 kg N/ha bij planten hadden dus duidelijk een voldoende hoge minerale N voorraad. Daarentegen was de minerale N voorraad in het object bemest met 30 kg N/ha bij planten te laag. In de objecten die bij planten met 135 kg N/ha bemest waren, waren de minerale N voorraden net wel/niet hoog genoeg. Daarom werd beslist om het derde object, waarvoor een gefractioneerde bemesting vooropgesteld was, bij te bemesten met de volledige geadviseerde bijbemestingsfractie van 35 kg N/ha. Deze bijbemesting werd uitgevoerd op 1 juli met KAS.

Opbrengst en N gebruiksefficiëntie

Het gefractioneerd bemeste object resulteerde in de hoogste totale bruto opbrengst van 54 ton/ha. Deze opbrengst was respectievelijk 3 en 4 ton/ha hoger, zij het niet significant, dan de opbrengst van de objecten bemest met 210 en 170 kg N/ha (figuur 4). Daarnaast bleek duidelijk dat minder bemesten dan het N bemestingsadvies nefast was voor de opbrengst: de objecten bemest met 135 en 30 kg N/ha bij planten haalden een significant lagere totale bruto opbrengst en hadden ook duidelijk minder +70 mm knollen. Tot slot bleek ook dat meer bemesten dan het N bemestingsadvies niet zinvol was. De opbrengst en sortering van de objecten bemest met 170 kg N/ha en 210 kg N/ha bij planten waren nagenoeg identiek.

Wat niet op de figuur weergegeven wordt, maar wel belangrijk is om te vermelden, is dat het gefractioneerd bemeste object iets meer misvormde en gekloven knollen vertoonde dan de andere objecten. De natte omstandigheden in combinatie met de tweede N gift van 35 kg N/ha zullen hier aan bijgedragen hebben. Mogelijks was het aandeel misvormde en gekloven knollen in dit object niet zo hoog geweest indien de bijbemesting in meerdere fracties via bladmeststoffen toegediend werd.

De N gebruiksefficiëntie, die bepaald wordt door de verhouding van de N afvoer door de knollen (totale opbrengst x N inhoud) tot de uitgevoerde N bemesting, benadrukt nog eens dat het fractioneren van de bemesting een zinvolle strategie is, terwijl overbemesting niet zinvol is: gefractioneerd bemesten had een hoge N gebruiksefficiëntie van 101 %. Deze was respectievelijk 14 en 24 % hoger dan bemesten volgens advies bij planten en bemesten volgens de oorspronkelijke N bemestingsnorm bij planten. Deze hogere N gebruiksefficiëntie voor het gefractioneerd bemeste object is vermoedelijk toe te schrijven aan het feit dat de vele neerslag tijdens het groeiseizoen een deel van de N die bij planten gegeven werd uitspoelde naar de diepere bodemlagen en daardoor niet meer beschikbaar was voor het aardappelgewas. Door het fractioneren van de bemesting zal er minder N uitspoelen naar de diepere bodemlagen en wordt er tijdens het groeiseizoen extra N dicht bij de wortels van het aardappelgewas aangeleverd.

Figuur 4 - Bruto opbrengst en sortering (gele letters duiden significant verschillen in bruto opbrengst aan (p = 0.05), groene cijfers geven de N gebruiksefficiëntie weer (%))

Nitraatresidu

Enkel het object dat bemest werd met 30 kg N/ha bleef met een nitraatresidu van 68 kg NO3-N/ha, gemeten in de laag 0 tot 90 cm op 30 september, onder de eerste nitraatresidu drempelwaarde van 85 kg NO3‑N/ha, die geldt voor aardappelen op percelen in gebiedstype 2 en 3 (figuur 5). Ongeacht de bemestingsstrategie en ‑dosis zal het dus een uitdaging blijven voor de aardappelteler om en een goede opbrengst te realiseren en onder de eerste nitraatresidu drempelwaarde te blijven. 

Voorts waren de verschillen in nitraatresidu tussen de objecten die (gefractioneerd) bemest werden met 170 of 210 kg N/ha verwaarloosbaar klein (89-95 kg NO3-N/ha, met de hoogste waarde voor het gefractioneerd bemeste object). Deze vaststelling doet nogmaals vermoeden dat tijdens het groeiseizoen reeds enige N uitspoelde naar de diepere bodemlagen.

Figuur 5 - Nitraaresidu gemeten op 30 september '21

Conclusies

Op basis van deze proefresultaten kunnen we concluderen dat het fractioneren van de bemesting, in het teeltseizoen 2021, zich vertaalde in een iets hogere opbrengst en een merkelijk hogere N gebruiksefficiëntie dan wanneer de volledige bemesting bij planten toegepast werd. Voorts werd er in het afgelopen teeltseizoen geen voordeel van het fractioneren van de bemesting waargenomen inzake het nitraatresidu. Dit werd mogelijks veroorzaakt doordat er reeds enige N uitspoelde in de loop van het groeiseizoen door de veelvuldige neerslag. Tot slot dienen we op te merken dat zowel meer bemesten dan het N bemestingsadvies alsook minder bemesten dan het N bemestingsadvies geen goede praktijk zijn.

Resultaten 2020

In 2020 werd een gelijkaardige N bemestingsproef in aardappelen aangelegd. Tijdens dit drogere jaar gaf het fractioneren van de bemesting de mogelijkheid om tot 30 kg N/ha uit te sparen op de bemesting, zonder enig opbrengstverlies. Bovendien was ook het gemeten nitraatresidu in de gefractioneerd bemeste objecten duidelijk lager dan in de objecten waar alle bemesting bij planten toegepast werd. (Het volledige verslag van deze proef lees je hier)

We kunnen dus besluiten dat het fractioneren van de bemesting de mogelijkheid biedt om efficiënter om te springen met de N bemesting in aardappelen onder zowel droge(re) alsook natte(re) omstandigheden.

Samengevat

Fractioneren van de bemesting laat toe om…

  • Het bemestingsadvies tijdens het teeltseizoen bij te stellen
  • Beter in te spelen op het teeltseizoen
  • Efficiënt(er) om te springen met de N bemestingsruimte

Hierdoor heeft fractioneren van de bemesting een (mogelijk) gunstig effect op…

  • De opbrengst en sortering van aardappelen
  • Het nitraatresidu

Print

Comments are only visible to subscribers.