X
GO
nl-BEfr-FR
Kwaliteit tijdens de bewaring van diverse rassen - febr

Kwaliteit tijdens de bewaring van diverse rassen - febr

oogst 2018

maandag 4 maart 2019

In 2018 lagen op diverse locaties in Vlaanderen proeven aan met late friet- en chipsrassen. Van de locatie Zonnebeke werden knollen in bewaring gestoken onder een constante temperatuur van 8°C (met CIPC). 
In 2018 lagen ook op twee locaties proeven aan met rassen geschikt voor thuisverkoop (vastkokend en bloemig). Knollen uit de proeven in Langemark en Kruishoutem worden momenteel eveneens bewaard (8°C, met CIPC). 
De kwaliteit van al deze rassen worden op regelmatige basis opgevolgd. Ondertussen werd kort na oogst, begin januari en half februari de frietkleur en smaak na koken bepaald. 

Frietrassen

Over de 10 rassen heen lag het onderwatergewicht (bij oogst) op 383 g/5kg. Er zat een variatie op van 352 g/5kg voor Croky tot 404 g/5kg voor Fontane. 
Bij oogst lag de frietkleur gemiddeld op 2,1 wat een zeer goede score is. De hoogst (‘slechtste’) score was voor Croky; Fontane en Bricata haalden de beste friektwaliteit. 
Bij de analyse begin januari was de bakindex gemiddeld over de tien rassen heen weinig geëvolueerd. Bij de meeste rassen was de frietkwaliteit dan ook weinig veranderd. Enkel bij Innovator, Ivory Russet en Leonata was een achteruitgegaan van 0,3 tot 0,6 punten vastgesteld. Enkel het ras Croky (die bij oogst het minst goed scoorde) vertoonde begin januari een betere frietkwaliteit. 
Half februari vond ondertussen al een derde analyse plaats. Ook dan veranderde de gemiddelde frietkwaliteit weinig. Het waren grotendeels opnieuw dezelfde rassen waarvan de frietkwaliteit wijzigde t.o.v. enkele weken terug. Dit wijst er vermoedelijk op dat er veel heterogeniteit zit tussen de knollen van vooral Innovator, Leonata en Croky. Croky heeft inderdaad een heel laag onderwatergewicht met heel wat drijvers. Bij Innovator en Leonata werden nochtans geen drijvers gevonden. 
Ondanks enkele rassen waarvan de frietindex wat meer varieert over de tijdstippen heen, toch zijn er drie vaste groepen te onderscheiden. Sinds oogst halen Bricata, Fontane en Donata steeds een frietindex die onder 2,0 blijft wat wijst op een uitstekende bakkwaliteit. Aan de andere kant heb je de rassen Leonata en Croky waarvan hun frietkwaliteit schommelt tussen goed (2,5 – 3,0) en aanvaardbaar (3,0 – 3,5). De overige groep rassen met Tiger, Miss Malina, Innovator, Alverstone Russet en Ivory Russet scoren al de hele bewaren een index tussen 2,0 en 2,5 wat zeer goed is. 
Tijdens vorig bewaarseizoen 2017-2018 lagen de nieuwe rassen Bricata, Donata en Leonata ook in proef. Toen ook al scoorden Bricata en Donata uitstekend tot het einde van bewaring (juni). Leonata scoorde toen tussen 1,9 en 2,8 en haalde hiermee vaak een kwaliteit die gelijk of net iets minder was dan het gemiddelde van de frietrassen in bewaring. 



Chipsrassen

Het onderwatergewicht van de vier chipsrassen lag natuurlijk een stukje hoger met een gemiddelde van 414 g/5kg. De verschillen tussen de rassen zijn zoals gewoonlijk zeer klein. Let wel: de chipsrassen worden tijdens deze opvolging gebakken als frieten. Kort na oogst en in april worden ze effectief als chips gebakken. Kort na oogst hadden Lady Claire en SH C 1010 duidelijk de beste chipskleur. Op vlak van het uitzicht van de chipsschijfjes scoorde Pirol het minst. Ook de smaak werd bepaald door een panel van enkele personen. Hieruit kwam Lady Claire duidelijk als beste uit de test. Daarna volgde Levinata met ook een goede score. Ook Pirol deed het nog goed en SH C 1010 sloot het rijtje af. 

Rassen voor thuisverkoop

In de twee proeven met rassen voor thuisverkoop waren 5 bloemige en 3 vastkokende variëteiten opgenomen. De kwaliteit van de aardappelen uit Langemark is wel steeds beter t.o.v. Kruishoutem. Op het proefveld in Langemark werd niet beregend waardoor de opbrengsten wel sterk tegenvielen, maar de onderwatergewichten kwamen wel voldoende hoog waardoor ook de kook- en frietkwaliteit goed waren. In Kruishoutem werd geïrrigeerd waardoor een mooie opbrengst werd gehaald, maar de onderwatergewichten bleven dan weer overwegend te laag.
De bloemige rassen worden op regelmatige basis gebakken als frieten. De onderlinge volgorde op vlak van de frietindex van de rassen is niet veranderd gedurende de bewaring.  Net zoals tijdens bewaarseizoen 2017-2018 bakken Ramos en Victoria als sinds de oogst het best en dit geldt voor beide locaties. Challenger haalde eveneens telkens een zeer goede score. Ook Valencia en Bintje liggen in de proef als eerder bloemige rassen en scoorden tot nu toe nog altijd goed. 
Van alle variëteiten werd bij oogst, begin januari en half februari ook de kookkwaliteit bepaald waaronder smaak en uitzicht. De evolutie van deze parameters kent een grilliger patroon in de tijd dan de frietkleur. De kookkwaliteit wordt echter niet in herhalingen bepaald. Bij de aardappelen vanuit Kruishoutem scoorde bij elke analyse ongeveer de helft van de rassen onvoldoende op vlak van smaak. Enkel het ras Victoria scoorde iedere keer goed. Bij de aardappelen afkomstig van Langemark smaakten de meeste rassen vaak goed na koken. Challenger echter scoorde vaak onvoldoende en ook Charlotte deed het vaak iets minder goed in vergelijking met de andere rassen. 

 



Print

Comments are only visible to subscribers.