X
GO
nl-BEfr-FR
Actuele berichten
Kiemremming op het veld met maleïnehydrazide (MH)

Kiemremming op het veld met maleïnehydrazide (MH)

resultaten proeven 2021

donderdag 31 maart 2022

Inleiding

In combinatie met de nieuwe kiemremmingsmiddelen tijdens de bewaring wordt sterk geadviseerd om tijdens het groeiseizoen middelen in te zetten op basis van maleïnehydrazide (MH). Als deze op een correcte manier en op het gepaste moment ingezet worden, kunnen zij er mede voor zorgen dat de aardappelknollen rustiger de schuur binnenkomen. Dit verhoogt de slaagkans van een goede kiemremming tijdens het bewaarseizoen.
Van 2005 tot 2008 werden reeds heel wat proeven aangelegd met deze actieve stof in kader van het Landbouwcentrum Aardappelen. Toen lag de nadruk niet enkel op kiemremming maar eveneens op opslagbestrijding en het beperken van doorwas. De proeven in 2021 waren hoofdzakelijk gericht op een goede kiemremming.

 

Proefomstandigheden

De proeven met maleïnehydrazide werden aangelegd op drie locaties namelijk Poperinge (VTI), Sint-Niklaas (LTCW) en Tongeren (PIBO-Campus).
In Tongeren en Poperinge werd gewerkt in het grootste ras in Vlaanderen namelijk Fontane. In Sint-Niklaas lagen op één proeflocatie drie rassen aan: Fontane, Challenger en Bintje. 
Elke locatie had zijn eigen klemtoon in het onderzoek: tijdstip van bespuiting, verschillen tussen rassen of het effect van MH in tankmix met Ranman Top (=uitvloeiende werking).


 

De objecten met het eerste tijdstip werden behandeld op 28 of 29 juli. Op dat moment kenden we gunstige omstandigheden en waren de knollen voldoende groot om opbrengstderving te beperken. Het tweede tijdstip vond op elke proeflocatie plaats op 11 augustus.
Van alle objecten en elke herhaling werden knollen in bewaring genomen. Tot eind december werden de knollen koud bewaard (± 8 °C) om vervolgens op iets warmere temperaturen te plaatsen (± 12 °C). Er werden geen andere kiemremmingsmiddelen toegepast tijdens de bewaring.

 

Sint-Niklaas

In Sint-Niklaas werden Fontane, Challenger en Bintje geplant. Voor elk van de rassen waren er drie objecten: onbehandeld, bespuiting op 28 juli en bespuiting op 11 augustus. Half augustus zagen we bij de drie rassen dezelfde verschillen met een zeer goede gewasstand bij de onbehandelde veldjes, een mindere (maar nog steeds goede) stand na een latere bespuiting (11 aug) en de slechtste gewasstand bij de objecten met een vroege bespuiting (28 juli).
Na een bespuiting op 28 juli werd een opbrengstdaling gemeten die het grootst was bij Fontane 
(-22%) en het kleinst bij Challenger (-12%). Na een bespuiting op 11 augustus lag de opbrengstdaling tussen 6 en 9%. Hetgeen we dus visueel aan de gewasstand zagen, wordt ook gemeten in de totale opbrengst.  
De sortering van de aardappelen was bij de MH-bespuitingen voldoende grof. De proef lag echter aan in een zeer lichte zandgrond. Elke vorm van stress leidt al snel tot groeiachterstand die nog moeilijk goed te maken is tijdens het verdere verloop van het groeiseizoen.

 

Poperinge

In Poperinge werd gewerkt met het ras Fontane. Er werd op twee tijdstippen behandeld namelijk 28 juli en 11 augustus. Half augustus was de gewasstand van de twee behandelde objecten toch iets minder goed in vergelijking met het onbehandelde object.
Als we de totale bruto-opbrengst in beschouwing nemen dan blijven de verschillen tussen de drie objecten heel beperkt. De grofte van de sortering (+50mm) blijft wel wat achter na een bespuiting met MH en dat op beide tijdstippen. Dit komt vooral omdat er iets minder knollen in de +70mm aanwezig zijn na een bespuiting, maar dit wordt goedgemaakt door meer knollen in de sortering 50-70mm. 
Al vanaf begin januari was de kieming van de onbehandelde veldjes gestart. Begin februari was de kieming van dit object sterk toegenomen. Ook bij de veldjes die behandeld werden op 11 augustus was de kieming gestart (gemiddelde lengte van de langste kiem ± 4,0 mm). Begin maart waren de verschillen nog groter geworden. De behandeling met MH op 11 augustus lieten ook langere kiemen zien dan na een vroege toepassing op 28 juli.

 

Tongeren

In Tongeren werd een perceel gekozen met het ras Fontane. Er werd een eerste behandeling uitgevoerd met Itcan op 29 juli (object 2 en 3). De tweede bespuiting (object 4, 5 en 6) vond plaats op 11 augustus. Op deze locatie werd ook gekeken wat het effect is van toevoegen van Ranman Top in de tankmix met maleïnehydrazide. Op geen enkel moment in het groeiseizoen werden grote verschillen in gewasstand opgemerkt. 
Bij geen enkele sortering, noch de totale bruto-opbrengst werden duidelijke statistisch significante verschillen gevonden. Een positief effect van de uitvloeiende werking van Ranman Top kon niet worden aangetoond in deze proef. 
Begin januari was er bij geen enkel object kieming op de knollen te zien. Begin februari was het onbehandelde object duidelijk wakker geworden met ondertussen een gemiddelde lengte van de grootste kiem van 20 mm. De verschillen tussen de andere objecten zijn op dat moment nog beperkt. Ook bij de beoordeling begin maart bleven de verschillen tussen de twee tijdstippen van behandeling en al dan niet met toevoeging van Ranman Top verwaarloosbaar klein (en niet statistisch significant).
Ranman Top toevoegen voor een betere opname van MH heeft hier niet gezorgd voor een betere kiemremming. Maar ook zonder toevoeging van Ranman Top bleek uit de kiemingsresultaten dat er een goede opname had plaatsgevonden van MH.

 

Besluit

Dankzij een veldtoepassing van maleïnehydrazide op het veld kon de kieming duidelijk langer onder controle gehouden worden. Er waren geen verschillen op te merken qua kieming tussen een vroege toepassing (28-29 juli) of een latere toepassing (11 augustus). Merk op dat in 2021 de gemiddelde toepassing van MH rond 12 augustus lag.
Let wel op dat de aardappelen op het moment van toepassen geen stress ondervinden. Zo werd er in Sint-Niklaas op de droge zandgronden wel gewasremming én ook een opbrengstdaling genoteerd na behandeling met maleïnehydrazide. 
De sortering van de knollen moet daarnaast voldoende grof zijn (> 80% in de sortering +35 mm) opdat een behandeling niet zorgt voor een opbrengstdaling. 

 

Lees hier het volledige rapport: Veldproeven met MH (2021)

 


 

Print