In combinatie met de nieuwe kiemremmingsmiddelen tijdens de bewaring wordt sterk geadviseerd om tijdens het groeiseizoen middelen in te zetten op basis van maleïnehydrazide (MH). Als deze op een correcte manier en op het gepaste moment ingezet worden, kunnen zij er voor zorgen dat de aardappelknollen rustiger de schuur binnenkomen. Dit verhoogt de slaagkans van een goede kiemremming tijdens het bewaarseizoen.
In 2023 werden op drie locaties proeven aangelegd met maleïnehydrazide met als klemtoon een toepassing op het correcte tijdstip. In Sint-Niklaas werd gewerkt met Fontane en Bintje en behandeld op twee tijdstippen. In Poperinge en Tongeren werd het ras Fontane geplant. Daar werd behandeld op drie tijdstippen: vroeg, volgens praktijk in de regio en een late toepassing. Maleïnehydrazide werd steeds solo toegepast.
April was koud, nat en somber. Door het natte weer was de grond op veel plaatsen onberijdbaar en liepen de voorjaarswerken heel wat vertraging op. Mei was zonniger en droger. De drie proefvelden werden elk in de loop van mei geplant. Juni was vervolgens zeer warm en zonnig. Een lange droge periode zorgde voor een moeizame opkomst. Juli was dan weer nat en somber. Vooral de laatste tien dagen van juli waren zeer nat. En daarna startte ook augustus met heel wat regen en frisse temperaturen. Hierna volgde een warmere periode om het einde van de maand opnieuw koeler te worden. Door de late plantdatum en het wisselvallig weer eind juli – begin augustus werd in de praktijk de toepassing met maleïnehydrazide vooral in week 33 tot 35 (tweede helft augustus) toegepast.
In de proef werd ook in de eerste week van augustus een vroege behandeling toegepast. Op elk proefveld was de sortering op dat moment ruim voldoende grof. Dan was het vaak bewolkt en regenachtig en was het zoeken naar een geschikt moment. In Poperinge en Tongeren werd daarbij ook nog een bespuiting uitgevoerd begin september. Ook in de praktijk werden zeer laat geplante percelen nog begin september behandeld.
Overzicht van de objecten per locatie
Tongeren
In Tongeren kon de eerste behandeling met MH op 11 augustus onder redelijk omstandigheden doorgaan: het bleef net geen 24 u droog gebleven na de toepassing en diezelfde dag werd het wel 30°C. De volgende dagen was het maximaal 25°C. Ook bij de bespuiting volgens praktijk op 23 augustus bleef het net ruim een dag droog met twee dagen een maximum van 25 à 30°C. Begin september waren de toepassingsomstandigheden droog maar (zeer) warm.
Doorheen het groeiseizoen werden nauwelijks of geen verschillen in gewasstand of afrijping waargenomen tussen de verschillende objecten. Bij de opbrengst en sortering werden geen statistisch significante verschillen opgemerkt (variatiecoëfficiënten lagen hoog). Al kunnen we wel enkele tendensen onderscheiden. Hoe later de bespuiting in het seizoen werd uitgevoerd, hoe hoger de opbrengst ligt. Dit zou te wijten kunnen zijn aan de extra stress die veroorzaakt wordt na een behandeling. Bij de eerste bespuiting op 11 augustus was het nog behoorlijk warm de dag zelf; de dagen erna koelde het sterk af. Ook op 23 augustus (tweede tijdstip) was het warm met koelere dagen erna. Onlogisch is dan wel dat het niet-behandelde object ook een lagere opbrengst haalt.
De MH-bespuitingen hadden geen invloed op het onderwatergewicht.
Van alle objecten en elke herhaling werden kort na oogst en sorteren knollen in bewaring genomen. De kieming kwam pas eind januari goed op hang bij het onbehandelde object. Tussen de verschillende objecten in Tongeren bleven de verschillen zeer klein. Dus ook na een late behandeling begin september blijkt dat er nog voldoende MH naar de knollen getransporteerd werd.
Poperinge
In Poperinge bleef het na de vroegste toepassing op 4 augustus net geen 24u droog met eerder frisse temperaturen. Bij de bespuiting volgens praktijk op 20 augustus bleef het voldoende lang droog met temperaturen die schommelden rond een maximum van 25°C. Ook begin september waren de weersomstandigheden vergelijkbaar met twee dagen na toepassing wel temperaturen rond 30°C.
Er was oorspronkelijk geen visueel effect te zien van de behandeling begin augustus. Begin september echter, vertoonde dit object toch de minste gewasstand en meeste afrijping. Deze behandeling had blijkbaar toch extra stress aan het loof gegeven. Tussen de andere objecten werden geen visuele verschillen opgemerkt.
Toch zagen we bij de oogst geen lagere opbrengst bij het object met de vroegste toepassing. In tegendeel zelfs want als we naar de bruto totale opbrengst kijken, dan halen de twee objecten die behandeld werden in augustus de hoogste opbrengst. Er is niet meteen een verklaring voor de mindere resultaten voor object 4 met pas een bespuiting in september, al volgde toen al snel een hittegolf.
De MH-bespuitingen uitgevoerd in augustus zorgden wel voor opvallend lagere onderwatergewichten met meer drijvers.
De knollen die na oogst en sorteren in de frigo op 7°C werden bewaard begonnen eind januari de eerste kiemen te krijgen. Het waren vooral de kiemen zonder MH-behandeling en het object begin september behandeld die het snelst wakker werden. Dezelfde tendens was nog steeds zichtbaar eind februari waarbij het verschil tussen de behandeling op 4 augustus of 20 augustus beperkt bleef.
De twee bespuitingen in augustus zorgden in Poperinge dus voor de hoogste opbrengst, laagste onderwatergewichten en meeste kiemremming.
Sint-Niklaas
Ook op het proefveld in Sint-Niklaas vond de vroegste toepassing van 7 augustus plaats onder gematigde temperaturen met de eerste neerslag 20u na toepassing. De bespuiting volgens praktijk op 16 augustus vond plaats op een dag met een maximumtemperatuur rond 25°C. De volgende dag was het iets frisser om dan twee dagen later tot 27°C te stijgen. Het bleef net voldoende lang droog (± 26 u).
De proef lag aan in zandgrond. Net zoals de voorgaande jaren bleek opnieuw dat een bespuiting met maleïnehydrazide daar snel voor extra stress zorgt. Zowel na de vroegste behandeling als de behandeling half augustus was visueel een (sterke) achteruitgang van het loof zichtbaar met vervroegde afrijping t.o.v. het onbehandelde objecten. Dit was zowel zichtbaar bij Bintje als bij Fontane. Daarbij komt dat de sortering begin augustus eigenlijk nog te fijn was om het risico op opbrengstderving uit te sluiten.
Zowel bij de behandelde als onbehandelde objecten bleven de opbrengsten extreem laag. Als we per ras kijken naar de opbrengsten dan is bij beide rassen duidelijk te zien dat de vroegste behandeling de grootste remming heeft veroorzaakt: minder grove sortering en lagere totale bruto opbrengst. De tweede behandeling veroorzaakte ook een lagere opbrengst in vergelijking met het onbehandelde object maar scoorde beter dan het eerste tijdstip.
MH-behandelingen op een niet beregende perceel op een zandgrond, waar het gewas nog gevoeliger is voor stressfactoren, lijkt voor het derde jaar op rij een riskante behandeling op vlak van opbrengstderving.
Bij de onderwatergewichten werden geen duidelijke statistisch significante verschillen waargenomen. Door het weinig aantal groeidagen (laat geplant – snel afgerijpt) lag het onderwatergewicht voor zowel Fontane als voor Bintje vrij laag.
Het lijkt erop dat bij geen enkele toepassing de maleïnehydrazide voldoende tot in de knol is geraakt: er werd geen effect op de kieming gezien van een vroege of latere behandeling; niet bij Bintje en niet bij Fontane.
Het volledige artikel met de bespreking per ras is hieronder terug te vinden.
Maleïnehydrazide in groeiseizoen 2023_effect op opbrengst en kieming
Proef in kader van het Landbouwcentrum Aardappelen gefinancierd door de Vlaamse Overheid.